Portada | Tienda | Chat | Buscador | Busca documentos | Contacto | Lo nuevo | 30 000 libros | Superación personal | Artículos |
General |
Traductor
|
Inglés
|
Francés |
Alemán
|
Italiano |
Otros
1 (A-E)
| 2 (F-L) |
3 (N-S)
| 4 (T-U) Árabe | Chino | Esperanto | Griego | Japonés | Portugués | Rumano | Ruso | Catalán | Euskera |
68 usuarios conectados | Portal de Idiomas Astalaweb |
Vocabulario holandés |
Vocabulario holandés. 200 frases en holandés |
---|
Fuente: http://www.foroamsterdam.com/200frases.txt Te amo / Te quiero >Ik hou van jou La tormenta llega a la playa >The storm bereikt het strand Estas personas oyen un ruido fuerte >Deze mensen horen een hard geluid Yo traigo la lampa roja >Ik krijg de rode lamp Ella ve un pájaro pequeño >Zij ziet een kleine vogel Encontramos un edificio viejo >Wij vinden een oud gebouw Busco mis llaves >Ik zoek mijn sleutels Te toco la cabeza >Ik raak je hoofd aan Quiere un nuevo coche blanco >Hij wil een nieuwe witte auto Ella abre la ventana rota >Zij opent het gebroken raam La chica fuerte cierra la pesada puerta negra >Het sterke meisje sluit de zware zwarte deur Él soluciona el terrible problema >Hij lost het verschrikkelijke probleem op El criminal enfadado pierde mucho dinero valioso >De boze crimineel verliest veel kostbaar geld Ellos prueban la rica comida >Zij proeven het heerlijke eten El policía tiene una opinión distinta >De politieagent heeft een andere mening Los colegas toman café frío y té caliente >De collega's drinken koude koffie en warme thee La empresa rica vende verduras verdes >Het rijke bedrijf verkoopt groene groenten Compran diez libros nuevos >Zij kopen tien nieuwe boeken Le duele la oreja derecha >Zijn rechteroor doet pijn Conozco a esa persona alta >Ik ken die lange persoon La señora delgada sigue a su jefe gordo >De slanke dame volgt haar dikke baas La computadora rápida se cambia de color >De snelle computer verandert zijn kleur Ellos escogen la herramienta equivocada >Zij kiezen het verkeerde gereedschap Mi familia invita a los vecinos amables >Mijn familie nodigt de aardige buren uit Agradecemos a los estudiantes aburridos >We bedanken de saaie studenten A su marido le gusta la tarde/noche >Haar man geniet van de avond Ella lee el periódico diario >Ze leest haar dagelijkse krant El pobre se viste en ropa sucia >De arme man draagt vieze kleding El fuerte animal se enfrente a un pez débil >Het sterke dier ontmoet een zwakke vis Pago 200 euros/dolares >Ik betaal 200 Euro/dollar Le gusta el lindo idioma >Ze vindt de mooie taal leuk La tormenta llega a la playa >De storm bereikt het strand Los hombres construyen una oficina baja >De mannen bouwen een laag kantoor Tiene ojos azules >Hij heeft blauwe ogen Nieva hoy >Het sneeuwt vandaag Se volverá una persona importante >Hij zal een belangrijk persoon worden Estoy dentro del aeropuerto internacional >Ik ben op het internationale vliegveld Ella tiene las manos limpias >Zij heeft schone handen Es un chico joven >Hij is een jonge jongen Es médico >Zij is een dokter Me quedo contento/a >Ik blijf blij Me mojo de la lluvia >Ik word nat van de regen El caballo tiene miedo >Het paard is bang El perro blanco estuvo soprendido >De witte hond was verrast La sociedad moderna está muy avanzada >De moderne maatschappij is erg geavanceerd La causa del choque está desconocida >De oorzaak van de botsing is onbekend Te doy un regalo >Ik geef je een cadeau Me hace una pregunta difícil >Hij stelt me een moeilijke vraag Recibí un mensaje de mi madre >Ik ontvang een bericht van mijn moeder Escribo una carta a mi padre >Ik schrijf een brief naar mijn vader Viven en un pequeño pueblo >Ze wonen in een klein dorp El perro se siente detrás de la televisión >De hond zit achter de televisie El gato se encuentra al suelo >De kat ligt op de vloer Los niños juegan afuera >De kinderen spelen buiten Habla a propósitio de su universidad >Ze spreekt over haar universiteit Salen del cuarto en silencio >Stilletjes verlaten ze de kamer Responde al profesor >Hij antwoordt de leraar Camino en frente de mi casa >Ik loop vóór mijn huis Ella se duerme en su propia cama >Ze slaapt in haar eigen bed El avión vuela encima de las montañas >Het vliegtuig vliegt over de bergen Corremos a través del gran jardín >We rennen door de grote tuin El libro está colocado encima de la mesa >Het boek is op tafel / Het boek ligt op de tafel Entro la tienda contigo >Ik ga met jou de winkel binnen Voy a la ciudad por tren >Ik ga met de trein naar de stad El árbol crece rápidamente >De boom groeit snel Trabaja en una fábrica pequeña >Hij werkt in een kleine fabriek El tonto presidente se cayó en el nariz >The domme president valt op zijn neus Claro que creemos en Diós >We geloven zeker in God Me quejo del precio >Ik klaag over de prijs Ella me lanza a mí la cara pelota >Ze gooit de dure bal naar mij El abuelo enfermo muere cerca del hospital >De zieke opa overlijdt vlak bij het ziekenhuis Entiendo las frases en esta página >Ik begrijp de zinnen op deze pagina La abuela cuenta al niño una historia interesante >De oma vertelt het kind een interessant verhaal Esperamos que estudie duro >We hopen dat hij hard studeert Tiene una cuchilla en la mano izquierda >Hij houdt een mes in zijn linkerhand Nuestro destino se ubica dentro de dos lagos >Onze bestemming ligt tussen de twee meren Cocina comida de sencillo para su amiga >Hij kookt een simpele maaltijd voor zijn vriendin Es bella por la tarde >Het meisje ziet er mooi uit in de avond El animal violente se fue de su jaula >Het aggressieve dier ging uit zijn kooi Comparo nuestras leyes a las suyas >Ik vergelijk onze wetten met jullie wetten Conduzco hacia la capital al este >Ik rijd naar onze hoofdstad in het oosten Gente muerta está enterrada bajo la tierra >Dode mensen worden diep onder de grond begraven El cura está de pie bajo las nubes brillantes >De priester/imaam/rabbi staat onder de heldere wolk El joven pájaro encima de la cabeza vuela cerca de sus padres >Het jonge vogeltje boven mijn hoofd vliegt dicht bij zijn ouders Huyo en la escuela dañada >Ik vlucht de beschadigde school in Este agua viene de un lugar lejano >Dit water komt van een vergelegen plaats Pensaba de la vida mucho >Ik heb veel over het leven nagedacht ¿Cuándo viene tu amigo? >Wanneer komt je vriend? ¿Cuánto recuerdas? >Hoeveel herinner je je? ¿Cuánta gente te ayuda? >Hoeveel mensen zullen je helpen? ¿Porqué robaste estas cosas? >Waarom steel je deze dingen? ¿Cuántos años tienes? >Hoe oud ben je? ¿Cómo se crea este producto? >Hoe maak je dit product? ¿Quién es el humano más inteligente en el mundo? >Wie is de intelligentste mens ter wereld? ¿Qué descubres en el mar? >Wat ontdek je in de zee? ¿Qué bocadilla prefieres? >Welke boterham heb je het liefst? ¿De dónde eres? >Waar kom je vandaan? ¿A dónde vas? >Waar ga je naartoe? / Waar ga je heen? ¿Existe esa tienda? >Bestaat die winkel? ¿Qué es la razón de esta investigación >Wat is de reden voor dit onderzoek? ¿Cuáles autobuses están listos a salir? >Welke bussen zijn er klaar voor vertrek? Sólo quiero algo para comer >Ik wil alleen [maar] iets eten Nunca sueño >Ik droom nooit Siempre llega temprano >Hij komt altijd vroeg aan Algunas veces tiene razón >Hij heeft soms gelijk No ganamos nada >We winnen niets/niks Solemos luchar conta nuestros enemigos >We vechten gewoonlijk tegen onze vijanden A menudo pierden este juego >Ze verliezen vaak in dit spel Esperaba que ya fuesemos mañana >Ik wou dat het al morgen was Hay muchas estrellas en el espacio >Er zijn veel sterren in de ruimte Frecuentamente expone el cuerpo desnudo >Hij laat zijn naakte lichaam vaak zien Raramente escondemos nuestras ideas >We verbergen onze ideeën zelden Se ríe de nuestras bromas >Hij lacht om een bepaalde grap Busco por todas partes >Ik kijk overal No tema a nadie >Hij is voor niemand bang Baila con alguien en la calle >Ze danst met iemand op straat Escoje lo que quieras >Je mag kiezen wat je leuk vind Mi esposa tiene sexo conmigo cada noche >Mijn vrouw vrijt elke avond met me Te ofrezco dos flores gratuitas >Ik bied je twee gratis bloemen aan Cantaba mientras sus padres escuchaba >Hij zong terwijl zijn ouders luisterden Comimos después de ir al cine >We aten nadat we naar de bioscoop gingen Vimos el hotel antes de que ellos pudieran >We zagen het hotel voordat zij het konden zien Puedes limpiar este cuarte hasta que el dueño vuelva >Je mag deze kamer schoonmaken totdat de eigenaar terugkomt Intento interesarme por la política porque tengo que votar el próximo mes >Ik probeer geïnteresseerd te zijn in politiek omdat ik volgende maand moet stemmen Este vaso está vacío, pero el otro está lleno >Dit glas is leeg, maar het andere glas is vol Gritan para que todos les presten atención >Ze schreeuwen zodat iedereen hen opmerkt Permito que lo hagas, aunque mi hermano lo prohibe >Ik sta je toe dat te doen, hoewel mijn broer het verbiedt Estoy cansado, por lo tanto no me levanto >Ik ben moe, daarom ga ik niet opstaan Quiero matar a los prisioneros malos, menos al rubio. >Ik wil de gemene gevangenen vermoorden, behalve degene met het blonde haar El asesino debería haber estado declarado culpable, pero se liberó >De moordenaar zou veroordeeld moeten zijn, maar daarentegen is hij vrijgelaten Hace mucho tiempo que quedamos >Het is lang geleden sinds we elkaar voor het laatst hebben ontmoet No he oído nada de ella desde esta manaña >Ik heb niets van haar gehoord sinds vanmorgen A pesar del peligro, entró la casa oscura al otro lado de la iglesia >Ondanks het gevaar, ging hij het donkere huis tegenover de kerk/moskee/tempel binnen El alcohol antes se prohibía, según mi padre. >Alcohol was vroeger verboden volgens mijn vader Me gusta esta zona debido a su historia fascinante. >Ik hou van dit gebied om zijn fascinerende geschiedenis Huyo en la escuela dañada >Ik vlucht de beschadigde school binnen El agua viene de un lugar lejano >Dit water komt van een vergelegen plaats Descansé durante las vacaciones >Ik rustte gedurende de vakantie Espero a que venga mi hermana >Ik wacht tot mijn zus komt Prueba que tiene razón >Hij bewijst dat hij gelijk heeft Creemos que no es possible >We geloven dat het niet mogelijk is Ella se sonríe, y él la besa. >Ze lacht, en hij kust haar No estamos de acuerdo con su solución >We zijn het nog steeds niet eens met zijn oplossing Sé lo que piensas >Ik weet wat je denkt La mujer sabe cocer pan >De vrouw weet hoe ze brood moet bakken Puedo ver varias palabras >Ik kan een aantal woorden zien Soy más grande que tú >Ik ben groter dan jij Es tan pequeño como tú >Hij is net zo klein als jij Empieza a odiar su escuela >Hij begint een hekel te krijgen aan zijn school Acaba de estudiar este tema duro >Ze is klaar met dit moeilijk onderwerp te bestuderen Dejan de pensar del gobierno >Ze stoppen over de regering te denken Seguimos trabajando >We zetten ons werk voort Preparan a abandonar el barco >Ze bereiden zich voor om het schip te verlaten Debo olvidarme lo que ví >Ik moet vergeten wat ik zag Si aceptas esta explanación rara, eres tonto >Als je die vreemde uitleg accepteert, ben je een domme man Viajaré a su pais, a menos que llueva >Ik zal naar jou land reizen, tenzij het regent La niña ciega veía muy bien >Het blinde meisje kon erg goed ruiken Ayer todos mis problemas desaparecieron. >Gisteren waren al mijn problemen ver weg No lo he visto hace tres años >Ik heb hem niet meer gezien sinds drie jaar geleden Supongo que me visitará por cinco horas >Ik verwacht dat hij me vijf uur bezoekt Decido ignorar su decisión >Ik besluit hun beslissing te negeren Repito mi conclusión de nuevo >Ik herhaal mijn conclusie nog een keer Enseño a los alumnos a contar hasta 10 >Ik leer de leerlingen hoe tot 10 te tellen ¿Puedes traducir este texto a inglés? >Kan je deze tekst in het Engels vertalen? Arreglaste el daño tú mismo cuando estuviste en un accidente la última vez >Je repareerde de schade zelf toen je de vorige keer een ongeluk had Lo encuentro imposible reconocer la significancia >Ik vind het onmogelijk de betekenis te herkennen ¿Me trajiste mi maleta, o tendré que traerlo yo mismo? >Breng jij me mijn koffer of moet ik hem zelf dragen? Todavía no he podido aprender esta lección >Ik heb deze les nog niet kunnen leren Tal vez éste es un error muy común >Dit is waarschijnlijk een erg normale fout Afortunadamente tengo buena salud, sin embargo, desafortunadamente me hice daño en el pie. >Gelukkig ben ik meestal gezond, maar helaas heb ik mijn voet bezeerd Hace buen tiempo, además, el sol ha estado brillante todo el día >Het weer is goed, bovendien schijnt de zon al de hele dag ¿Sabes si puede o no inducir el vino para la fiesta? >Weet jij of hij de wijn voor het feestje kan verzorgen? Mi religión ya es lo mismo que antes >Mijn religie is nog steeds dezelfde als vroeger Una armia es inútil si no hay guerra, sino paz >Een leger is nutteloos als er geen oorlog, maar vrede is El soldado internacional le pega un tiro a un pasajero inocente >De internationale soldaat schiet op een onschuldige passagier Quizás es poco probable que vaya a pasar >Misschien is het onwaarschijnlijk dat het ooit gebeurt Parece la hora de irme >Het lijkt tijd om weg te gaan Mi edad se considera un secreto >Mijn leeftijd wordt als een geheim beschouwd Este curso exige que utilizemos un diccionario y una calculadora >In deze cursus worden we geacht een woordenboek en een rekenmachine te gebruiken No me atrevo terminar lo que provoqué >Ik ben bang om af te maken wat ik begonnen ben No tengo oportunidad de compara mi dibujo con el tuyo >Ik krijg geen kans om mijn tekeningen met de jouwe te vergelijken El aparato electrical da mucha energía >Het elektrische apparaat geeft veel energie Sugiero no ir al norte, pero al sur >Ik stel voor niet naar het noorden, maar naar het zuiden te gaan Me siento mal. De hecho, me siento peor que la semana pasada >Ik voel me slecht, in feite voel ik me slechter dan vorige week Los bebés todavía no pueden hablar >Baby's kunnen inderdaad nog niet praten Las consecuencias necesitan estar reconocidas inmediatamente >De consequenties moeten onmiddellijk erkend worden Sabía bien si actuar o no >Ik wist heel goed of ik moest handelen of niet Pego precisamente de un lado al otro de la madera >Hij sloeg recht door het hout Mis compañeros de clase jugaban juntos, pero yo me sentaba solo en un rincón >Mijn klasgenoten waren samen aan het spelen, maar ik zat alleen in een hoek El niño intentaba de ser amable, pero no obstante no les caía bien. >Het kind wilde aardig tegen hen zijn, maar niettemin vonden ze hem niet aardig Mi profesor dijo que no debía decir ese tipo de cosas >Mijn leraar zei dat ik zulke dingen niet moest zeggen Mi madre siempre creía que yo necesitaba atención extra >Mijn moeder dacht altijd dat ik extra aandacht nodig had Fuente: http://www.foroamsterdam.com/200frases.txt |